Terug

Chantal Bruijnzeel en Koen Plasman over schoolmaatschappelijk werk

Chantal en Koen zijn maatschappelijk werker bij SMWO. Zij hebben schoolmaatschappelijk werk beide als neventaak. Maar wat is schoolmaatschappelijk werk nu precies? In het volgende artikel vertellen zij er ons meer over.

“Bij het algemeen maatschappelijk kunnen allerlei soorten problematiek voorkomen waarbij we kijken hoe we mensen weer verder kunnen helpen. Het schoolmaatschappelijk werk onderscheidt zich eigenlijk in het stuk dat we echt aanwezig zijn op de basisscholen. In ons geval de basisscholen op Schouwen-Duiveland. We sluiten aan bij overleggen binnen de scholen en we maken deel uit van een ondersteuningsteam bestaande uit een procesregisseur en een jeugdconsulent vanuit de gemeente, een jeugdverpleegkundige van de GGD, een leerplichtambtenaar, Kibeo en SMWO. Scholen kunnen samen met ouders een aanmeldformulier invullen met een probleemomschrijving/hulpvraag. Vervolgens gaan we bekijken wat de vraag is en wie van ons deze aanmelding oppakt. Dan stemmen we met de ouders en de school af hoe we invulling gaan geven aan het traject, in principe mogen we vanuit SMWO maximaal 10 gesprekjes aanbieden.

Soms heb je kinderen langer in een traject en verdeel je de gesprekjes over een langere periode en soms is het juist nodig om wekelijks of tweewekelijks af te spreken. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van de situatie. Vragen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met gedrag, scheiding, verlies/rouw, sociale vaardigheden of weerbaarheid. Als het om gedrag gaat wat neigt naar ASS, ADHD dan verwijzen we vaak door naar eerstelijns hulp. Wij kunnen dan indien nodig wel helpen bij de aanvraag tot jeugdhulp.

In andere gevallen loop het gewoon niet zo lekker in de klas. Als je dan iets kunt bedenken met elkaar waardoor het voor zowel de leerling als de leerkracht beter gaat, geeft dit ons veel voldoening. Een voorbeeld:

Een meisje in groep 4 is heel gevoelig en heeft moeite met de harde stem van de juf. Als de juf bijvoorbeeld zegt dat groep 4 stil moet zijn tijdens het werken en zij is al stil aan het werk dan trekt zij het zichzelf toch aan omdat zij ook groep 4 is. Dan krijgt ze buikpijn en wil ze eigenlijk niet op school zijn. We hebben hier samen over gepraat en gekeken wat haar zou kunnen helpen zodat ze er niet teveel last van heeft. We hebben met de juf erbij afgesproken dat als het meisje schrikt van een opmerking ze dan naar de juf kijkt en een seintje geeft. De juf kan vervolgens terug seinen dat het niet voor haar bedoeld is.

Na twee weken weer op school te komen hebben we met het meisje besproken hoe het is gegaan en het blijkt dat de oplossing goed werkt. Ze ervaart die spanningen niet meer zo erg en het gaat nu goed met haar in de klas.

We werken soms ook ter overbrugging voordat jeugdhulp kan starten, omdat kinderen soms lang op een wachtlijst kunnen staan terwijl er wel zorgen zijn. Wij zijn dan niet de partij die iets op kunnen lossen, maar wel die aandacht voor het kind en de problematiek hebben en mogelijk iets kunnen betekenen voor het kind.

Verder kunnen we ook een schakel zijn in doorverwijzen binnen onze eigen organisatie, als blijkt dat er in de thuissituatie ook ondersteuning nodig is. Dan kunnen we ouders aanmelden bij onze collega’s van maatschappelijk werk of cliëntondersteuning. Of als het thema weerbaarheid speelt bij een situatie, dan kunnen we doorverwijzen naar de weerbaarheidstraining vanuit SMWO.”